Mwororo spreekuur

Mwororo spreekuur

zaterdag 26 februari 2011

halverwege, en nog steeds leuk


trotse moeder met 2-ling van een week
23 februari, woensdag, gehaktdag. Eerst  spreekuur voor de diabeten en hoge bloeddruk klanten, dames met stevige achterwerken en een veel te hoge BMI (Body mass index), daarna door naar Tewe. Daar was de opkomst vorig jaar gemiddeld nog geen vijftien patiënten, en vaak is de deur van het kerkje nog niet open en zijn de door ons betaalde vrijwilligers er nog niet. Een goede reden om samenvoegen met een andere locatie, Uziwa van donderdag, te overwegen, waar ook geen groei in zit. Laten er vandaag 29 patienten komen!, alsof ze onraad roken. De mensen komen hier vaak van ver uit een heel dunbevolkte kuststreek, dorpen met wonderlijke namen als Ngoi, Mlei, Kiongwe Mjini, veel veehouders, behoorlijk arm te zien aan de kleding en verzorging. Op sommige locaties zie je mensen hun zondagse jurk aantrekken als ze naar de dokter gaan, de meisjes hebben vaak een soort glimmend kunstzijde jurkjes aan, als een communiejurkje, maar die zie ik hier nooit, gewoon armoe troef, het landschap is er dor en droog, wat die koeien en geiten moeten eten ? Scharminkels. Hier ook geen overgewicht mensen, net zo mager als hun koeien,  en misschien wel evenveel wormen in hun ingewanden, de lab-man vangt vandaag weer wat mooie worm-eieren in zijn microscopische preparaatjes.  Ik heb er moeite mee, om deze reden, verder te trekken. 

een eitje voor elk teamlid
 Het is de laatste woensdag van de maand, dan worden er voedselpakketten uitgedeeld aan een vijftal 90-plussers; mijn vriendin van 104, die ik in 2009 en 2010 heb bezocht was intussen overleden. De anderen werden bezocht ze wonen heel achteraf, schilderachtige omgeving, met mooie Baobaps om het huis, maar het huisje en interieur is ook 90 jaar oud. Water wordt van ver gehaald door een paar buren. Zij krijgen bloem, maismeel, bonen, rijst, suiker, van alles één kilo, een liter bakolie en een pondje OMO. Eén oud dametje is heel erg dankbaar en staat erop dat we ieder een eitje meenemen naar huis. Ontroerend.
Donderdag Uziwa, een wat vergrijzende bevolking, percentueel weinig kinderen, en hier juist veel overgewicht met diabetes.. vandaag heel weinig mensen met andere ziekten. Na het spreekuur doorgereden naar Kiongwe, halverwege Tewe en Uziwa, om te kijken of een locatie daar geschikt zou zijn deze twee locaties te combineren. Het is een zelfde sub-chief gebouwtje als in Uziwa, maar wat een verschil. Er is niemand aanwezig. Sommige ramen zijn dichtgetimmerd, maar door de spleten zie je alleen heel veel rotzooi, het kantoortje zelf in één kamer ziet er ook niet uit, maar de overige kamertjes, vreselijk, alle plafonds doorgezakt of eruit, vol oude rotzooi en veel stof, die kamers zijn in jaren niet meer open geweest, laat staan schoongemaakt of geschilderd; dit kan absoluut geen locatie worden, dan liever een kerkje van golfplaat en klei.

naar Sefu
 Tegen drie uur met Wim mee naar Sefu en Mikinduni. Ook  tandarts Folkert is dan net binnen en kijkt zijn ogen uit over dit landschap van afgebrand struikgewas en beginnende perceeltjes landbouwgrond.
In Sefu heeft Wim vijf klaslokalen gebouwd, net klaar, prachtige constructie en  verbazingwekkend koel door een kapconstructie waar de wind goed doorheen kan. Dan ook geen muggen en vleermuizen (rabiës !), en dat kan ook omdat de scholen alleen overdag gebruikt worden, zoiets werkt niet als je er ook zou moeten slapen. Sefu ligt afgelegen, en in de regentijd is het bijna niet met een auto bereikbaar door veel water, de weg staat soms een halve meter onder water. Verder is er geen dorpsstructuur, nog geen kerkje of gebouwtje van een (sub-)chief, zodat we er ook voorlopig geen spreekuur kunnen houden als we ruimte in het programma zouden krijgen. In Mikinduni is het niet anders, verspreid liggende shamba’s met mini-huisjes, geen dorpsstructuur of gebouwtje, er is net één klein kinderklasje van klei neergezet, de grotere kinderen moeten 7 km lopen nar de school van Majembeni. In Mikinduni  wordt een put gegraven door een van de medewerkers van Wim. Na 5 km hobbelen en 3 km harde weg  gekeken bij de put van Majembeni, die door Equator is aangenomen, het binnenmetselwerk moet zaterdagavond boven de grond komen. Onderweg veel vogels gezien, weer de prachtige bijeneters, met lange staarten, tuimelend achter insecten aan die ze in de vlucht vangen.
Vrijdag naar Bomani, het blijft binnendruppelen en er komen 67 patienten, een zeer gevarieerd spreekuur, maar door de drukte moet je soms praktisch zijn, Joseph kan onmogelijk naast de preparaatjes van ontlasting en urine nog 60 malariapreparaten klaarmaken en beoordelen, dan moet je besluiten tot “clinical Malaria” ipv confirmed. Soms is de combi van verschijnselen voldoende reden om de diagnose zonder bevestiging te stellen. Bij drukte is het lab verreweg het meest in de weer.  
wonden bij een diabeet


 Een 85 jarige man met diabetes komt binnen met een afschuwelijke wond op zijn handpalm, zijn vingers staan al krom van een eerdere brandwond; het gevoel is eruit, hij blijkt suikerziekte te hebben met een bloedsuiker van 20 mmol/ltr.  

Hij is er nogal nuchter onder, “ik ben er oud mee geworden”, maar wil nu toch wel zijn suikerziekte en wonden laten behandelen.
 



Zaterdag gaan we naar het eiland Manda, tegenover Lamu,  om de Takwa ruines te bezoeken. Takwa werd in de 16e eeuw gebouwd, een Arabisch stadje, aan het eind van een lange kreek op het eilandje Manda, strategisch, onzichtbaar vanaf zee, dus veilig voor piraten (ook toen al). Het ligt net achter een duin, met een mooi  strand, maar er staat een gevaarlijke stroming en hoge golven zodat hier aan land komen bijna onmogelijk was.

mangrove kreek naar Takwa

                                        De kreek is alleen maar bevaarbaar twee uur vóór en na hoog water. Maar eind 17e eeuw was het zoete water uit de putten op, en werd het stadje met 2500 bewoners verlaten. De best bewaarde resten zijn die van de moskee. Meer dan 2000 bezoekers per jaar komen er niet. Het heeft veel weg van Gedi, onder Malindi, dat hetzelfde lot overkwam. Na wat boodschappen en verse vis terug naar huis. Ons zelf gekookte maaltje mag prima smaken, ook al ontbreekt een glas koele witte wijn bij deze heerlijke red snapper moot.
Morgen zondag, rustdag, en dan schrijf ik ook maar eens niets.

dinsdag 22 februari 2011

heftige start van de week




Maandag 21 februari. Naar Majembeni. 500 meter voor onze werkplek uitgestapt, om naar de put in aanleg te kijken, hij wordt nu van binnenuit opgemetseld, 3 man zijn er aan bezig op 15 meter diepte. Dan moet de put zeker voor de regentijd klaar kunnen zijn. Op dit vroege uur schijnt er nog geen licht in, zodat ik niets kan zien in dat diepe gat. Dan doorgelopen naar de spreekuurlocatie, tussen allerlei hutjes door, maar ik kan mijn weg wel vinden. Op het spreekuur zie ik het meisje terug met de spaakverwonding, door het nat- en schoonhouden met savlon en de antibiotica ziet de wond er prachtig uit, granuleert goed, die kan dan ondanks de grootte over drie weken helemaal dicht zijn, beleid gecontinueerd. Tussendoor loop ik vaak even naar buiten om de ziekste kinderen er tussenuit te halen; één kindje van twee is duidelijk erg ziek, temp blijkt 40 graden, en ijlt. Naast de longontsteking heeft het ook malaria, maar houdt niet veel binnen, deze situatie kan  snel fataal zijn, daarom direct quinine gespoten; daarmee worden de malariaparasieten grotendeels gedood, en knapt het kind zover op dat  het weer medicijnen kan slikken; ik ben dus heel erg blij dat ik vorige week quinine had gekocht. Ook de vrouw met suikerziekte en nog maar één been komt weer, haar bloedsuikerwaarden willen maar niet zakken, de wond aan haar ene voet is goed genezen, mar ik voorzie problemen, ze zal waarschijnlijk aan de insuline moeten (die wij niet in onze voorraad hebben, oa bewaar- en logistieke problemen), maar ze woont heel erg af en is echt heel erg arm; hoe komt die bij het ziekenhuis en aan de medicijnen ?  Volgende week komt ze weer  terug, nu maar weer de brommertaxi betaald.


Er komt een meisje met een groot abces in haar nek waar na insnijden echt heel veel troep uitkomt; en een meisje met twee heel harde maar niet pijnlijke lymfeklieren in de nek, toch verdacht, TB ?   ’s-Middags langs het ziekenhuisje, het kindje met HIV en de nekstijfheid opgezocht, met moeder en de clinical officer als tolk gesproken over financiële steun bij verwijzing. Zelf geeft ze aan maar 400 Ksh bij te kunnen dragen, vader is er weer eens niet, en naar Malindi kost 8000 Ksh alleen voor de ambulance, daarbij komen nog de kosten voor opname en medicijnen. Ik zie ook wel dat ze niet reëel kunnen bijdragen, het Molenbergpotje wordt ervoor aangesproken, maar ik zal eerst nog met Anidan contact opnemen, een op Lamu gevestigd weeshuis met Spaanse kinderartsen en een opnamemogelijkheid, en dat is geheel gratis en ook dichterbij.

Dinsdagochtend naar Soroko, bijna een uur rijden. Onderweg komen we JanWillem van Casteren tegen, een Nederlander, die na de tropische landbouwschool en een aantal jaren NGO werk, voor zichzelf is begonnen en met zijn gezinnetje in Malindi woont. Hij begeleidt honderden boeren tot 200 km boven Malindi bij het kweken van pepertjes (pilipili) en paprika (pilipili-hoho) en neemt die ook tegen faire prijzen van hun af, even bijgepraat, hij heeft nog een aantal mogelijkheden Rotary Doctors van dienst te zijn.  In Soroko zitten er dertig mensen, en Teresa begint met een gezondheidsvoorlichtingpraatje, over bloedarmoede, en oorzaken als wormen, eenzijdige of ondervoeding, chronische diarree, en bij chronische ziekten als TB en HIV. Ze doet dat met veel plezier, erg interactief, er wordt heel wat afgelachen, en aan het eind heeft ze een samenvatting, die ze door de toehoorders zelf liet invullen met de goede antwoorden, ze kreeg applaus en dat had ik niet eerder meegemaakt ! 


Ook hier een kind met 40 koorts, een geretardeerd meisje van vier, met een halfzijdige verlamming, dat ook quinine gespoten krijgt; zou dat nu echt ¾ jaar nooit nodig geweest zijn ?  Een negentig jarig dametje heeft het hoogste woord en gaat straks weer achter op de pikipiki naar huis. Na vijf uur spreekuur ( en vanaf 12 uur heel erg warm onder de golfplaten) weer naar huis, bijna een uur in de hete auto ( geen airco..) en ondanks de diepe kuilen en hobbels in de weg sukkel ik in slaap. Folkert is al thuis en heeft na een douche een koel plekje gezocht, hij was naar Witu, ook een uur rijden, dichtbij Soroko, en was ook in slaap gesukkeld. Oude mannen. Maar die gaan dokteren in Kenia omdat de Keniaanse artsen in de USA of Engeland werken. Met Anidan kan ik helaas geen contact krijgen, dan maar mailen en morgen afhandelen.
Over Witu is wel eea te vermelden, ook al is het een heel klein plaatsje, met een politie- en legerpost, en een dispensary.  Mpeketoni is heel jong, net 50 jaar geleden ontstaan, maar Witu was in de 19e eeuw de zetel van en sultanaat en de hoofdstad van de staat “Swahililand” (1862-1888). De sultan liet toen een kanaal graven tussen de oude bedding van de rivier de Tana en een klein riviertje daar, en de rivier volgt tegenwoordig dit kanaal, dat nu gewoon een bruine rivier is, de Tana komt van de noordkant van Mount Kenia, stroomt dan oostwaarts naar Garissa en dan heel kronkelend door de dorre woestenij naar het zuiden om bij Garsen richting Witu en Kipini aan de oceaan uit te komen. Er wonen al lang Swahili mensen met de oorspronkelijke Bantu-taal met veel Arabische invloeden, Moslims. Uit Witu zouden ook de mensen komen die de Amerikaanse Ambassade in Nairobi hebben opgeblazen, maar er komen ook veel Somali’s, die vaak niet makkelijk zijn te onderscheiden van de Swahili.
Als je rond kijkt zie je langs de wegen altijd fietsende mensen, met van alles achterop: een enorme baal houtskool van 50 kg die hier nu voor 300 Ksh verkocht worden; daar koken de meeste mensen op, gas is ondenkbaar.  Of een krat met twee vrolijk rondkijkende geitjes onder de snelbinder, of vier kippen aan een touwtje om hun acht poten , op hun kop bungelend aan het stuur. Even van de weg op het platteland zijn mensen aan het zwoegen op vaak pas platgebrande stukken, om op hun shamba wat te verbouwen. In Mpeketoni  town, zoals het heet, vijf straten N-Z en vijf O-W is veel bedrijvigheid, er is een marktje, maar ook hangen er heel veel mensen rond die niets te doen hebben, de mannen verhuren zich als los-arbeider, de vrouwen verkopen dezelfde producten van hun landje als alle andere vrouwen, die dus niet verkopen. Er zijn wat meer gespecialiseerde winkels in opkomst: bookshop, telefoonshop, elektronica met wat  computerspullen en cartridges, maar bijna alle winkeltjes verkopen dezelfde spullen als blue band en heel veel medicijnen als pijnstillers; de antibiotica in alle soorten gaan veelal zonder recept bij wel vijftien  “duka la dawa”, medicijnwinkels over de toonbank, ze noemen zich chemist, of via de lokale en zeer gewaardeerde clinical officer Ruben Mucheri , die de mensen echt goed onderzoekt, en dan ook de medicijnen voorschrijft die aan de andere balie verkocht worden, een soort apotheekhoudende huisarts. 
Donderdag avond begin de moskee al met een tijdige oproep voor het vrijdaggebed, en dan natuurlijk ook om vier en vijf uur in de ochtend, zaterdag aan het eind van de middag beginnen sommige kerken met hun oproep, net als de moskee met luidsprekers; en in town, dit kleine dorp, zijn wel 25 kerken !  Er zijn regelmatig predikers op een klein podium, die dan een vurige preek houden zomaar op straat, Billy Graham’s in het zwart, met een viertal dames swingend om zich heen en een tiental meisjes als cheerleaders voor het podium, met opzwepende muziek uit schetterende boxen, en een donderpreek omdat de duivel  weer op pad gaat ! Zondagmiddag slentert dan iedereen door de dorpsstraat,  en kijkt naar de predikers, soms ernstig, soms lachend, maar vooral veel kletsend; de kinderen willen vooral die rondfietsende mzungu een handje geven, sommige mannen vinden zich heel belangrijk en komen zich voorstellen en een hand geven, maar echt, ik hou ze na 10 minuten al niet meer uit elkaar.
Op de shamba van Wim van den Burg is het elke ochtend om half zeven al een en al bedrijvigheid, om zeven uur is er gezamenlijk een korte bijeenkomst in alle stilte, en dan 5 minuten later verspreidt iedereen zich, werk in de groentetuin, waar heel wat van af komt door de irrigatiemethoden, of naar de bouw van scholen of putten. En dat zes dagen per week, daarom is zondag hier zo’n heerlijk rustige dag.

zondag 20 februari 2011




Vrijdag 18 februari, naar Bomani, vroeg op pad, bij aankomst om kwart over acht al 25 mensen in de rij. Het kerkje is krakkemikkig, niet alleen ik maar ook veel andere mensen moeten bukken om binnen te komen, of je stoot je hoofd aan een golfplaat; binnen is het niet veel anders, elke “dwarsbalk”  zit maar op 185 cm hoog. Naast de mensen rondom het dorpje komen er ook, zo te oordelen, herders, een heel ander volk, een man of 7, en 2 vrouwen. Als ze aan de beurt zijn, vinden ze dat ze te lang moeten wachten, althans dat zegt de grootste en zwaarste man, die een beetje Kiswahili en een minimaal woordje Engels spreekt; hij vindt omdat hij van ver komt, voorrang moet hebben. Het blijken Somali’s te zijn, de anderen spreken echt geen enkel woord Kiswahili.  Vreemde vogels, met aparte gewoonten. Ze zien er slecht en armoedig uit, sommigen ronduit primitief, anders dan ik hier meestal gewend ben. De meesten hebben bloedarmoede en wormen; maar mannen met bloedarmoede zie je niet zo vaak, of wormen of HIV kan een oorzaak zijn, of, zoals bij deze herders, hun eenzijdige voedingspatroon: ze drinken alleen melk, zelden groenten  en eigenlijk hooguit 3-4 maal per jaar vlees. Dan krijg je dus bloedarmoede, de vorige keer besproken sukuma-wiki gebruiken ze nooit.
De schooljongens hebben meestal weer bilharzia, de blaasworm. Het larfje van deze worm leeft in ondiep zoet water, en heeft als tussengastheer een slakje dat op de bodem leeft; dit larfje kan in minder dan een minuut je huid doordringen en wordt dan met de lymfestroom meegenomen, en komt dan na verloop van maanden als worm via je lever in je darm of blaas, waar hij eitjes legt die zich aan de wand vastzetten en bloedingen veroorzaken, waarna de kinderen dus op het spreekuur komen. Dat ze de besmetting krijgen is niet zo gek, thuis is er geen douche, dus af en toe moet je je toch wassen, dan maar in een plas of meer.  Die eitjes komen soms al in de blaas, of onder de microscoop uit, en dat larfje, een andere dan de eerstgenoemde, zoekt een slakje op in het water en de kringloop is rond. De meeste patiënten zijn goed geholpen met een paar pillen praziquantel, maar je moet wel de urine controleren; of het dan niet over is of weer een nieuwe besmetting, kun je dan niet achterhalen.  Als het chronisch wordt bestaat er kans op nierproblemen of blaaskanker. 
Vandaag weer enkele echt ondervoede kinderen, die met vitaminen en ijzer worden “bijgespijkerd”, en vaak hebben ze een verhaal van chronische of recidiverende diarree; twee weken een ½ of een heel tabletje zink kan heel goed helpen: het aantal episodes met diarree halveert, de ernst en de duur ieder ook, dus dan kan het kind het voedsel opnemen, voor het weer uitgepoept is.
Na thuiskomst gaan we andere vreemde vogels kijken, nu vliegende, bij Lake Kenyatta, een half uur fietsen bij 38 graden, maar daar waait het lekker. We zien verschillende soorten ijsvogels (what’s in a name), kingfishers heten ze hier, maar sommige soorten zie je ook op het droge land, daar zijn het in de droge tijd insekteneters, ik zag  vanmorgen  bij het kerkje een vrij grote kingfisher die vlak voor de deur een duizendpoot van wel 8 cm weggristte. Visarenden, veel soorten ganzen en reigers, grappige rallen, en dat allemaal tussen de knorrende nijlpaarden.
Dit zijn wel birdies, maar andere dan op de golfbaan, de dichtstbijzijnde is 4 uur rijden in Malindi, dan maar even wachten tot ik terugben in Nederland. De terugweg ging moeizaam, mijn achterband was lek, nog een wonder dat ze op de scherpe koraalwegen het zo lang volhouden; maar omdat ik voor donker thuis wilde zijn, gewoon doorgeploeterd, en nog net voor binnenkomst bij een fietsenmaker in 12 minuten een nieuwe binnenband er omgelegd voor de prijs van 150 Ksh, dus ongeveer € 1,45 ! De lauwe douche voor het eten was heerlijk.
Zaterdag 19 februari, gewoon een weekendje thuisblijven, om te kunnen werken. Een half uurtje langer blijven liggen maar om 7 uur brand ik toch de kamer uit, de zon zet die in lichter laaie. Na een zelf verzorgd ontbijtje op het dakterras,  om  elf uur visite lopen met Dr Nyaboga (foto) op de kinderafdeling met Dr Folkert de tandarts, hij wilde het ook eens aanschouwen.
De kinderbedden lagen op één na vol. Enkele nieuwe patientjes, maar het jochie met HIV en nekstijfheid is er niets beter aan toe dan donderdagmiddag. De meeste brandwondenkindertjes doen het eigenlijk prima. Een groot voordeel door de droogte is dat er bijna geen vliegen zijn, en dat is bij open wonden toch wel heel prettig; de horren in de ramen zien er horrible uit, vol gaten. Eén meisje dat ik donderdag had gezien met een groot abces onder de kin, wat ik had ingesneden en waar een kopje vol pus uit kwam, was net opgenomen, het had weer koorts gekregen van 40 graden, nu had ze ook nog malaria, verder was ze gezond, die komt er wel door.
Een 3 dagen oude zuigeling met heftige benauwdheid, een longontsteking mogelijk tgv vruchtwateraspiratie is er veel slechter aan toe (zie foto). Folkert krijgt het dan moeilijk, de warmte, de onwennige beelden van zieke kinderen doen hun werk en hij trekt wel erg wit weg, moet naar buiten in de schaduw onder een boom en in de wind, straks maar even een grote fruit-juice halen...
Na de visite krijg ik de begroting van de kinderafdeling op mijn USB stickje mee. Maar eens stevig bestuderen en met Almelo mailen.
’s-Middags het jaarverslag Mpeketoni 2010 van Rotary Doctors afgerond, ik mistte een paar getallen over de ziekte-incidentie, maar gelukkig kon Gaby die mij na speurwerk doorbellen.  Indrukwekkend, vorig jaar bijna 11.300 patiëntencontacten gehad, 35% meer dan het jaar ervoor ! Rotary Doctors levert hier goed werk, maar de financiële situatie is wel bedreigend.
Zondag  de nodige mails gestuurd als voorbereiding op de klus van de laatste week: onderzoeken of in de toekomst een nieuw Jeepline, ter vervanging van het afgeronde Kimilili project, in de districten Garissa en Fafi mogelijk is. Dat is nog meer naar het Noordoosten, meer richting Somalië. Dat zou wel eens lastig kunnen worden met de taal, medisch Kiswahili komt er net een beetje in, maar nog een andere taal…. Toevallig had ik in Nairobi Natasja Martin, een Amerikaanse getroffen bij Sjoerd Visser, die in Garissa met haar G.R.A.C.E. project goede contacten heeft, net zoals Arno Berkhoudt, de chirurg uit Hengelo die daar de komende maand ook werkt; zij bereiden een en ander voor, om dan in korte tijd te beoordelen of er een pilot opgezet kan worden. De checklist is er klaar voor.

’s-Middags tegen vier uur met Peter naar de Indische Oceaan gereden met de auto, ongeveer 15 km ver is een mooi strand, met heel veel wind, stuivend zand en hoge golven met onderstroming. De resten van katoenvelden staan er verdord bij, een Baobap boom op de achtergrond. Sammy had vandaag vrij dus we hebben zelf smakelijk gekookt. En toen dit verslag nog gemaakt.




donderdag 17 februari 2011

gezellige oudjes en een vol ziekenhuis

Woensdag de 16e, gestart met de chronische patiënten, diabeten en hoge bloeddruk. Uitschieters een ruim 80 jarig helder dametje, dat in de Engelse tijd nog Engels had geleerd, en nu bij screening wegens malaise een bloedsuiker van 23 bleek te hebben. En de 23e jarige jonge moeder met sinds 2 jaar een knallend hoge bloeddruk 190/120, niet goed te behandelen, ze had een vergroot hart met een geruis. Ik weet niets van haar nierfunctie of iets dergelijks, dat kan hier niet. Ik heb haar heel dringend geadviseerd naar een internist of cardioloog te gaan, ze gaat geld zoeken, en komt volgende week eea bespreken, evt het Molenbergpotje te gebruiken; een hersenbloeding of een infarct liggen bij deze jonge moeder op de loer. Na de 20 patiënten door naar Tewe, erg afgelegen en ook terustig, 15 patiënten , waarvan 6 met erge bloedarmoede door een eenzijdig voedingspatroon en/of wormen. Op de terugweg een huisbezoek gebracht bij een oudere man met niet behandelbare keelkanker, hij kan nog wel slikken, maar met enige moeite. Hij lijkt mij een hoge pijndrempel te hebben, zoals ik vaker heb meegemaakt. Enige adviezen en medicatie gegeven, veel meer kunnen we nu ook niet doen.
’s-Middags was de grote schoonmaak, alle kisten worden van binnen buiten gesopt, om het stof te verwijderen en alles weer op orde te zetten, tot iemand een kist uit zijn handen laat schieten en de 200 flesjes antibiotica in 6 soorten over de grond rolden in het zand. Ik ben in het stadje bij de plaatselijke “ apotheek “ ampullen gaan halen; die hebben we niet vaak nodig, maar het meeste was aardig over de datum, dat was in het slop geraakt, want de dokters gebruikten het nooit, ja, tot we het een keer nodig hebben, bij een toeval of een hersenmalaria; en de tetanusinjecties bij al die verwondingen dan, ook niet nodig ?  Het blijft vaak: herhalen. Bij het ziekenhuis heb ik nieuwe HIV-testen opgehaald, die van regeringswege verstrekt worden. Hetzelfde zou gelden voor de condooms, maar die worden al maanden niet meer uitgeleverd.
Wat betreft de kinderafdeling: in een jaarbericht van het CDF, Community Development Fund (geGoogled) staat dat er voor Mpeketoni  € 25.000 euro is uitgetrokken. Dr Nyaboga wil proberen dat op te hogen, zodat met de bijdrage van Equator het benodigde bedrag wat meer haalbaar lijkt, daarvoor zal er nog wel wat moeten gebeuren.
Wim laat ons voor het eten nog even zien dat het hier echt gevaarlijk kan zijn: bij opruimen tussen de bananenbomen hebben ze 6 groene en 2 zwarte mamba’s gevonden en direct gedood, nogal giftige soorten die vrij snel dodelijk kunnen zijn. Er is wel antiserum, maar dat is paardenserum dat nogal heftige reacties kan geven, dus uitkijken is het beste advies.
Donderdag naar Uziwa, vroeg op als altijd, ik slaap nu door de moskeeoproepen van vier uur en half zes, wel zo prettig, maar om 8 uur gaan we vol geladen weer op pad. Het is een teleurstellend rustige dag, 15 klanten, vooral ouderen. Sommige oudere vrouwen hebben de grote gaten van de Kikuyu’s in hun oorlellen. Het lijkt wel de koffiepauze van een bejaardenhuis, er wordt heel veel afgewebbeld. Dat heeft ook z’n charme. Ik hang nog enkele pamfletten op, “Tangazo”, aankondiging, van de verhuizing van de dental clinic en van “free camps”, dwz dat specialisten uit Nairobi op Lamu enkele dagen komen opereren; volgende week een oogarts, begin maart KNO-arts, beiden uit Nairobi,  en eind maart een chirurg uit Spanje. Alles om niet, en gezien de armoede is dat wel een heel mooi aanbod. De dental clinic van de Rotary Doctors-tandartsen zit nu bij ene kerk tegenover  het ziekenhuis, in Mpeketoni. Dat ligt centraal en de bus van Lamu naar Malindi komt er langs. Er komen nu duidelijk meer patiënten voor de tandarts, ook vanaf Lamu; er is een nieuwe COHO Community Oral Health Officer aangetrokken, die veel kan leren van de Nederlandse tandartsen, en in perioden dat er geen tandarts is, ook zelfstandig werken. De tandartsen zijn er speciaal ook voor de schoolprojecten.
Na het maken van de nodige excelbestanden voor de boekhouding, voor mijn opvolgers, ga ik naar het ziekenhuis en loop met Dr Nyaboga de grote visite. Alles ligt vol, eerst de kinderen op de vrouwenafdeling, veel brandwonden, maar ook een kind van net 4 jaar dat ondanks behandeling al 5 dagen nekstijf is, maar wel redelijk wakker, verdacht voor een cryptococcenmeningitis, wat je alleen ziet bij HIV infecties, de test bleek positief, dat heeft hij al bij zijn geboorte opgelopen maar komt nu tot uiting; telefonisch overleg met een kinderarts in Mombasa helpt om het juiste regime toe te passen.
Op de mannenafdeling vooral ongevallen, veel te snel rijdende brommers of motoren, meestal zonder helm, zowel bestuurders als passagiers als voetgangers zijn het slachtoffer. (Daar wordt overigens niet op gecontroleerd; wel wordt elke brommer aangehouden door de blauwhemden, er is altijd wel wat te zeuren en je komt pas weg na 30 of 50 Ksh steekgeld, het personeel weet er alles van.) privacy is onbekend: de HIV-patient wordt op zaal aangesproken en geadviseerd, de vrouw met borstkanker moet op zaal zonder gordijntje de OK-wond even laten zien, en iedereen is erg nieuwsgierig. Wel neemt de arts alle tijd voor zijn patiënten, de 36 bedden zijn na twee uur nog niet klaar.

Vlak voor zonsondergang ben ik thuis,gelukkig geen slang tegengekomen, tandarts Folkert wist nu de weg bij Lake Kenyatta en heeft veel vogels gezien en gefotografeerd. Hij had vandaag ook weer eea meegemaakt, in Hindi worden gevangenen geboeid in een streepjespak (zoals de Daltons) in de stoel gezet.
De nieuwe kliniek in Mpeketoni krijgt steeds meer bekendheid en de mensen lijken erg tevreden, en ook nieuwsgierig: toeschouwers voor de ramen (zonder glas) bekijken alles aandachtig; of de hele familie gaat mee de spreekkamer binnen, dat willen ze toch wel even zien. Eën maart begint Margaret, er is vraag naar kleine prothese om de gaten op te vullen, ze mag een start maken met sponsorgelden van een paar tandartsen met haar eigen tandtechnisch lab, de kamer is bijna klaar. Ongekend binnen 500 km !.













dinsdag 15 februari 2011

kinderen, ziek, bang, uitdagend en soms heel triest

Maandag de 14e alleen met het team op pad naar Majembeni. Het is al aardig druk en zo te zien veel kinderen. Eerst enkele diabeten die vroeg komen vanwege een nuchtere bloedsuiker; één ervan is een vrouw van 55 jaar die door de suiker al een been moest laten amputeren, en nu met een wond aan haar resterende grote teen komt van 8 km verder met een brommertaxi, de pikipiki. Maar ze heeft bijna geen geld, haar man heeft haar maar verlaten, nu zit ze met een zoon van 15 alleen, die jongen moet naar school. We hebben een Molenbergpotje, van een golfclub van een collega, waarmee we schrijnende gevallen helpen, deze vrouw moet iedere week terugkomen voor controle van de wond en goed instellen van de suikerziekte, ze krijgt voorlopig enige keren een “reiskostenvergoeding”.
Dan komen er veel kinderen, bijna allemaal koorts, de één een beetje ziek, de ander echt goed ziek. Sommige zijn heel vrij en nieuwsgierig, komen een handje geven, anderen zetten meteen de sirene aan; de appel lijkt niet ver van de boom te vallen, meestal is de moeder ook een beetje (erg) verlegen. Je haalt ook zo de grotere gezinnen eruit: kindertjes mager, veel te licht voor de leeftijd, smoezelig, terwijl de kindjes die er goed uitzien vaak uit een 2 of 3 kinderen gezin komen. Niet verwonderlijk, met weinig of geen inkomen, met alleen wat zelfverbouwde  zaken, eventueel geruild met anderen, kun je beter 4 dan 7 monden vullen. Geboortebeperking, family-planning ?, wordt lacherig afgewimpeld; de ander is juist blij met de mogelijkheden. Veel kinderen met malaria, longontsteking en wormen, enkele vieze spaakverwondingen van de fiets, 5 dagen oud, wondexcisie  is zinloos gezien de hygiene de komende dagen; desinfecteren, nat houden, antibiotica en TCA 1/52, to see again in one week.  Sommige kinderen zijn gewoon erg vuil, maar er is bijna geen drinkwater, laat staan water om ze te wassen. De put van Majembeni is de laatste week niet erg opgeschoten, de waterkwaliteit vordert maar langzaam, we blijven hopen. Sommige vrouwen hebben een SOA, hun mannen/partners werken vaak elders, en nemen dan een “cadeautje” mee naar huis. Naast counselen kunnen we ze nu naar Dr Nyaboga de gynaecoloog verwijzen met hun soms ernstige ontsteking in het bekken. 57 mensen op het spreekuur met ruim 140 diagnosen.
Helaas is de begroting van de kinderafdeling nog niet binnen, Dr Nyaboga  belt zelf om z’n excuses aan te bieden, maar hij is ook geheel afhankelijk van het provinciekantoor.  Maar morgen is het er echt… Dan ga ik eerst naar Soroko en ben dan niet voor  vier uur ’s-middags terug.
 15 februari, vandaag naar Soroko, ruim 35 km, bijna een uur rijden over de slechte wegen of zanderige paden. Er zitten ruim twintig mensen te wachten als we aankomen. De vrijwilligers zijn begonnen met wegen en temperatuur meten, helpen dan met uitladen en we kunnen ons installeren, ons kamerscherm van landbouwplastic wordt opgehangen, en om 9 uur kunnen we starten. De 2e patiente is klein maar erg dik, en ze zou maar 70 kg wegen, dat leek niet te kloppen, dus weer naar buiten met mevrouw, eerst leek het te kloppen, maar de weegschaal stond scheef en op maar drie steunpunten, na correctie was mevrouw toch 90 kg. Ook het tempen verliep niet goed, ik heb de techniek van de oorthermometer  nogmaals uitgelegd en gedemonstreerd.  Zo blijf je bezig. De bevolking hier komt soms van ver, voorbij een niet functionerende dyspensary, meestal herders, en veel kinderen zien er erg armoedig uit en ruiken bepaald niet erg fris; ze zeggen vaak: Afrika moet je ruiken, nou dat is weer gelukt. Veel bloedarmoede, na ontlastingsonderzoek vaak ten gevolge van hookworms, een heel klein gemeen wormpje in de darm die zich soms met honderden tegelijk vastzetten in de darmwand en bloedzuigen, terwijl ze ook nog erg morsen, de ontlasting is soms rood van het bloed. Van de 44 patiënten waren er 3 uitschieters met een bloedgehalte van minder dan 25%. Een man van 70 met een tumor in de bovenbuik; hij was ook flink afgevallen, een slecht teken. Maar het meest schreinende geval: een meisje van 13 jaar dat 2 jaar geleden was bevallen en eigenlijk al die tijd heel slecht was gebleven, ze was thuis bevallen, veel bloedverlies, nooit een potje ijzerpillen heeft gekregen en al die tijd met hartkloppingen en enorme vermoeidheid heeft rondgelopen; haar hart was nu ook vergroot met een geruis. Zij kwam met de broer van haar “ex”  die intussen de benen heeft genomen; ze zijn van een herdersstam, Orma, 30 km verderop, de meisjes zijn eigenlijk nooit naar school geweest. Geld voor een ziekenhuis of transfusie is er niet; nu ijzer, foliumzuur en anti-wormmiddelen gegeven, over 2 weken beoordelen of het aanslaat, anders uit het Molenbergpotje toch een bloedtransfusie geven.
Na terugkeer uit Soroko even opgefrist en tegen half vijf naar Dr Nyaboga; de begroting is klaar, en gezien de omvang van het plan 378 m2, is de prijs van 10.088.650 Ksh, 100.000 euro, niet verwonderlijk. Alles is nog handgeschreven, morgen wordt het uitgewerkt en krijg dan een copie voor mijn USB-stickje.  Dr Nyaboga  is bezig met andere lokale partijen die mee moeten steunen, Equator kan dat nooit alleen. Dit hebben we ’s-avonds ook met Wim van den Burg besproken; eerst de resultaten van de besprekingen met de andere geldschieters afwachten voordat we ons vastleggen. Equator kan nog steeds steun gebruiken !
Op de terugweg op de markt sukuma gekocht: een koolachtig blad wordt heel fijn met de hand gesneden en gekookt, zit tussen spinazie en boerenkool in en is heel ijzerrijk. Sukuma betekent: duwen, het gerecht heet sukuma-wiki, het duwt-je-de-week-door, wijzend op het Popeye effect van deze groente, 30 ct voor een kilo.
En ja, de zon scheen weer de hele dag, het was weer bloedje heet, gelukkig stak tegen vier uur de wind weer op, dan wordt het weer wat aangenamer; zo zal het blijven tot half maart weer de regenperiode komt.


Op de Pikipiki met de kinderen van je zus
 






zondag 13 februari 2011

aardige mensen, een drukke week en een ontspannen weekend

Donderdag de 10e naar Uziwa, de weg is slecht , leem, vol kuilen en ingedroogde karrensporen. Een verdord landschap. De akkers zijn niet bewerkt, er staan gedroogde resten maïs. Nu ploegen heeft geen zin, tegen de regentijd staat er weer onkruid op, ondanks de droogte. Het is daar eerst nog rustig, in het begin wat ouderen met chronische ziekten, diabetes of hoge bloeddruk, die allemaal  vroeg komen vanwege de bloedsuikers die nuchter geprikt worden. Dan nog wat kinderen en een enkele scholier in schooluniform, geen spectaculaire dingen, en te weinig patiënten om de dag te vullen.
Om één uur een sapje en een sandwich voor het team omdat Chris en Rob zaterdagmorgen vertrekken.
We hebben Farmers’court uitgebreid doorgewandeld, de aanplant bekeken en bewonderd, er staan nergens in de verre omtrek zoveel weelderige bananenbomen, tomaten- en passievruchten als hier, door besproeien en bevloeien, en door composteren, dat ze sinds een jaar doen en waardoor de bodemstructuur enorm is verbeterd en daardoor het water veel beter vasthoudt. Tegen vijf uur komt Wim bij ons op het dakterras een biertje drinken, een koel windje is heel aangenaam, de zon gaat dan ineens weer heel snel onder, gepraat over projecten en problemen die je kunt verwachten, ik heb er alles van gemerkt.  Aansluitend eten we kip , Sammy de cook heeft kuku (kip) gemaakt, met gekookte aardappelen , hier geen frietjes. Voor Chris was het de eerste keer kip of vlees in 6 weken, wel hebben ze vis gegeten, die ze dan op Lamu kochten, anders vooral vegetarisch: bonen, uien, tomaten, wortelen, steeds in een andere volgorde in dezelfde pan, met dezelfde uitkomst.
Vrijdag naar Bomani, bijna 50 patienten, samen met Chris spreekuur gedaan, eerst de diabeten, daarna de kleintjes alleen, in het Swahili, lukte goed. Maar de laatste vraag van moeder begreep ik helemaal niet:  de nurse erbij gevraagd: het bleek erom te gaan dat ze nog een ballon wilde voor haar andere kindje thuis ! Dat is weinig medisch gericht , en toen viel ik door de mand.  Veel malaria en longontsteking, de schooljongens  heb ben bijna allemaal wonden aan hun benen, soms zweren van vier cm doorsnee en ruim één cm diep. Tetanus, antibiotica en schoonmaken met savlon, en verbandmiddelen mee. Een vrouw van achter in de 50 leek wel 10 maanden zwanger, was steeds aan het groeien sinds 2 jaar. Last van hik en problemen met de ontlasting: er was een enorm gezwel in de hele buik, glad, van onder het schaambeen tot aan de ribben, we hielden het samen op een enorme cyste van  een eierstok; gezien de algehele conditie waarschijnlijk niet kwaadaardig. De gynaecoloog hier zou dat prima kunnen verhelpen, maar  ze wilde eerst van haar klachten af, symptomen bestrijden… Dringend gevraagd toch maar terug te komen. Minder gelukkig leek ons een oudere man met een tumor in zijn buik, fors afgevallen en bloedarmoede, volgende maand is er een combi van een chirurg en een gynaecoloog die samen buikoperaties GRATIS doen in het ziekenhuis van Lamu. Daar zijn overigens de komende maanden nog 2 andere “Camps” zoals die hier heten, vaak specialisten uit Nairobi gesteund door een of andere serviceclub; deze maand oogartsen team,  daar hebben we enkele diabeten met staar naar toegestuurd, begin maart een KNO-camp, eind  maart de combi gyn-chirurgie.
‘s-Middags om twee uur naar het ziekenhuis, eerst de officer public health gesproken, over tekorten aan malarianetten,  condooms, en onregelmatige vaccinaties-schema’s.  Hij kan niets beloven, is helemaal afhankelijk wat er vanuit Mombasa doorkomt. Weinig, veel te weinig dus. Daarna Dr Nyaboga over de bouw van de children ward. Hij beseft heel goed dat de tekening en straks de begroting onze plannen ver te boven gaan;  maar zelf waren hij en het ziekenhuis er ook al langer mee bezig, en hij is bezig met co-sponsors: TSS, een grote lokale onderneming in de kuststreek, spinnerijen voor de katoentjes van de kikoi’s, de omslagdoeken van de vrouwen,  van het CDF, Community Development fund , dat ook beperkt middelen heeft, en de lokale overheid, ze beseffen dat het een publieke zaak is en dat dit een mooie kans is om met de steun van Equator Medicare de lang gekoesterde wens werkelijkheid te laten worden. Hij is zeer bevlogen; als de ward er komt, komt er van overheidswege ook een kinderarts !!  Allerlei disposables meegenomen naar het ziekenhuis: catheterzakken van de apotheek Schelfhorst, spuiten en naalden uit de praktijk van Loek en Nelleke, en verbandmiddelen, groot formaat voor de OK’s.
Daarna lekker rondgeslenterd op de markt; veel kleding ook nieuw, Zeeman collectie en beter, alle kleine kinderen willen de mzungu, blanke, een handje geven. Groenten, fruit, fietsenmakers, winkels van sinkel, kinyozi (kapper) met vaak alleen een tondeuze voor het kroeshaar van de mannen, de telefoonshop met heel veel namaak spul, Chinese Nokia’s, een bookshop met leuke schoolboekjes voor de eerste klas in het Swahili;  dan begint de moskee met een vrijdaggebed. Een mooie lap dikke katoen met cashmere patroon gekocht . Dan gaan de scholen uit; het kleuterschooltje St Teresa is het leukst, een hele stoet kleintjes van 3-5 jaar in uniform, zwaait, mzungu roepend of komen soms heel schuchter een handje geven. De meeste grote scholen zijn gemengd, niet alleen jongens en meisjes, maar ook moslimkinderen tussen de christelijke, alles natuurlijk in uniform, maar de moslimmeisjes hebben dan een hoofddoek in dezelfde stof als het bloesje. Op het gigantische schoolplein wordt door de jongens gevoetbald, de meiden kwebbelen in de schaduw, op de grond zittend tegen een muurtje, zwaaiend als je langsfietst. Hier kan ik echt niets merken van animositeit tussen christenen en moslims, men koopt over en weer in elkaars winkels, en arbeiders van diverse groeperingen werken bij de christelijke of de moslimbaas.Het is heel erg gezellig hier, alleen is het geweldig stoffig, bij elke windvlag een stofwolk, en helemaal als er een bus langs dendert,niets voor mensen met contactlenzen, lijkt mij. En dan het afval: talloze plastic zakjes zwerven langs de kant van de weg, her en der wordt wat verbrand. Ook langs de weg regelmatig platgebrande stukken, als voorbereiding op het nieuwe zaaiseizoen.
Het is de laatste dag van Chris en Rob, morgen gaan ze nog een week naar de kust.  Sammy heeft kippensoep gekookt, en kipsalade gemaakt, en zich gedost met een witte koksmuts, moeilijk op de
foto te krijgen, zo is het contrast wit-zwart.

’s-Avonds de kas opgemaakt en aan mij overgedragen, stapels vies en stinkend geld, briefjes van 50 en 100 Ksh ( ½ of 1 €). Goed de handen gewassen.
Zaterdag zetten we Chris af bij het vliegveldje, zij gaan naar de enige gate, nr 1, en wij varen door naar Lamu, waar we onze koelbox achterlaten bij een eenvoudig restaurantje waar we vis voor de volgende dag bestellen. Bij Whispers drinken we een overheerlijke cappuccino, en gaan door naar Shela waar we deze keer bij Stopover overnachten; ze hebben een nieuw penthouse met prachtig uitzicht over de zee, als speciale residents is de prijs zeer aangenaam.  Die middag zijn er Dhow-races: vier boten uit Lamu, vier uit Shela en vier uit Manda. De dhow’s zijn vrij smal en hebben een driehoekig zeil waarme ze vrij scherp aan de wind kunnen varen, maar dan ook snel overhellen. Als een soort trapeze hebben ze een 20 cm brede plank die ze onder het lage boord vastzetten en dan ruim 4 meter aan de hoge kant uitsteekt, en daar zitten dan 3-4 bemanningsleden op, zonder trapeze, een ware kunst, ze moeten 3 x heen en weer een bepaald traject voor Stop over langs, dan naar Peponi en 2 km verder, er zijn misschien wel 1000 toeschouwers , de mannen staan aan te moedigen de vrouwen zwart en gesluierd zitten tegen de muren langs het strand  te kletsen.
Er staan mensen te schilderen met schildersezels, naast de tientallen lokale ezeltjes die er rondlopen. Bij Peponi een biertje gedronken, de enige plek in het Islamitische Shela waar je iets alcoholisch kunt drinken; nou ja iets:  het is erg druk met toeristen en er wordt stevig gedronken; het  gezelschap van 20 beroepsschilders, is dan klaar en  we raken met ze in gesprek, Duitsers en Nederlanders, één werkt ook als arts op de Jellinek kliniek. Morgen is er in hotel Baitil Aman  een expositie. Belangrijkste thema’s: koppen van mensen, straatjes,  en de Dhow-races die er die middag waren  en langs  zeilden: met veel wind en zon over de zeearm, dat was al een prachtig gezicht, en nu ook heel mooie olieverfstukken. 
Zondag om 7 uur op, zo is ons ritme en de moskeeën staan doorslapen ook niet echt toe; eerst de expositie bezocht. Daarna terug naar Lamu met de volksboot, lekker langzaam en vol kwebbelend mensen. Daar hebben we het museum en het fort bezichtigd, door de Duitsers rond 1850 gebouwd, maar wel in de lokale stijl. En boodschappen gedaan, hier kun je net wat meer kopen dan in Mpeketoni, daar is  alleen BlueBand, één soort jam, en alleen kleine blikjes Nescafe. De grotere zijn te duur voor de mensen in Mpeketoni, en de goede koffie wordt geëxporteerd .




Bij gebrek aan anders met de overvolle matatu terug, koelbox en rugzak ook nog op schoot. 20 mensen op 12 zitplaatsen. Na een douche Dr Nyaboga gebeld, er was nog geen begroting binnen. Dan maar heerlijk uitrusten op het beschaduwde dakterras, ook geen straf na deze reis. Morgen alleen  aan de slag, ik heb er zin in.

dinsdag 8 februari 2011

Mpeketoni, aan de slag

Eerste werkdag, 7 februari.
Eigenlijk is het al de derde werkdag realiseer ik me, al veel besprekingen en aantekeningen gemaakt. Ik moest zowaar onder een laken slapen, nog nooit zo “fris” gehad.
Het team komt weer enthousiast binnen, alle problemen na de salarisbesprekingen van december zijn weer vergeten. Naar Majembeni, waar de put weer in aanleg is; vorig jaar april was de vorige put ingestort door overvloedige regen, gewoon overspoeld. Er zit nog een grote kuil. Tien meter verder wordt een nieuwe gegraven, en in de diepte is het zand rul en losjes, dus kans op instorten van de schacht; daarom zijn er onderin nu al wanden gemetseld, en als die hard zijn wordt eronder zand weggehaald waarna de ring naar beneden zakt. Daarboven wordt dan een nieuwe laag gemetseld en zakt de volgende keer verder omlaag zonder in te storten. Ook was de vrouwelijke sub-chief van de subregio Hongwe, mevrouw Mumbi aanwezig in een keurig roze mantelpakje.  Er bleken wat strubbelingen en geruchten gaande, die intussen waren afgehandeld, maar ze hield toch een oogje in het zeil. Men hoopt over 2 dagen water te bereiken.
Het spreekuur was niet te druk, wel veel kleine kinderen, met dezelfde pathologie als vorige keer, maar geen ondervoeding gezien. De opblaasballen van Ola waren weer zeer in trek.
Na terugkeer een stukje gefietst naar het kleine Lake Kenyatta, lekker uitwaaien en hippo’s en vogels bekeken. Een grote onderkaak met nog enkele kiezen ligt ergens op de grond, de tandarts vindt dit natuurlijk prachtig. Reigers, ganzen, pleviertjes, zwarte ooievaars, ibissen, alles in overvloed; prachtige vogels met glimmend rood en blauw, een soort gaai, zitten op de geiten, maar heel anders dan de buffelpikkers die ik eerder zag. Chris zat hier al 5 weken en had het nog niet gezien, een openbaring.
Om 5 uur afspraak in het ziekenhuis, de tekeningen zijn klaar, maar nog geen begroting;  zij willen nu een veel groter gebouw dan ik voor ogen had en zoals in december besproken, naar mijn schatting wordt het te groot voor het budget van Equator Medicare. De ziekenhuismensen vragen of we het toch maar helemaal willen betalen. Dat is natuurlijk geen samenwerking, en een eigen bijdrage verhoogt ook de betrokkenheid. Ik heb dit  overduidelijk benadrukt. Rob gaat met zijn kwaliteiten (hij gaat ook regelmatig voor PUM naar ziekenhuizen naar Indonesië en andere Afrikaanse landen), morgen met de financiële mensen van het ziekenhuisje praten. Vrijdag komt hun begroting, en hun plan en procedures;  ik wil daar toch wel inspraak in hebben als donor die straks driekwart  betaalt ! Zo teken ik geen overeenkomst. Rob biedt zich aan de procedure en de financiën op de rij te zetten en duidelijke afspraken te maken. De aanwezigheid van Rob geeft veel steun. ’s-Avonds nog met Wim eea doorgesproken, hij zal  het goed bekijken en we horen van hem.
Het blijkt dat ik met zowel Chris, Rob als Folkert diverse gemeenschappelijke kennissen heb. Dan is de wereld toch klein tot in Afrika aan toe. Administratie en verslagen vragen weer de nodige tijd. Vandaag te weinig tijd voor social talks.



Netwerken in Nairobi

Na een goede vlucht naar Nairobi, een visum gekocht, en met de bagage naar Sjoerd, waar ik vannacht zal slapen. Het is een leuk weerzien, Qui en Skye  staan natuurlijk vooraan om te kijken wat opa en oma hebben meegegeven, boeken, hagelslag en muisjes. Mijn stuk oude kaas en de stroopwafels zijn ook van harte welkom. Om 11 uur een afspraak met Bernhard Martens, voor RDN “onze man in Nairobi”;  hij regelt de binnenlandse vluchten, de werklicenties van het Ministerie van gezondheid voor de uitgezonden (tand-)artsen, de verzekering van de auto’s, invoer van equipment met containers,  en heeft regelmatig nuttige tips. Hij heeft al heel lang een handelsonderneming in Nairobi en is getrouwd met een Nederlandse arts die veel expats in de praktijk heeft.  Een prettig en nuttig gesprek. ’s-Middags uitvoerig gesproken met Sjoerd over werken in Kenia en Afrika, Keniaanse bedrijven, manier van werken, nuttige contacten en bijzondere gewoonten.  Twee van zijn buurvrouwen gesproken:  Natasja , een 68-jarige Amerikaanse, geboren op Barbados en vroeger getrouwd geweest met een Nederlandse architect Lameris , heeft AIDS projecten opgezet in Kenia , is ongelooflijk vitaal en heeft nu van de Amerikaanse overheid jaarlijks forse donaties gekregen; haar fles wijn en gerookte zalm die ze op doorreis uit Nederland heeft meegenomen smaken heerlijk;  zij heeft adviezen en adressen in en rond Garissa, waar ik de laatste week naar toe ga om een eventueel nieuw jeep-line project te beoordelen; ook heeft zij ervaring met het aanvragen van een NGO-status in Kenia, ze zal me daar een lijst  met adviezen voor sturen. Marijke is een Friezin, getrouwd met een Keniaan; zij werkt al jaren voor het Nederlandse Rode Kruis, ook Aids projecten, zij kent de regio rond Mpeketoni ook goed, inclusief het ziekenhuis en Wim van den Burg; zij heeft adviezen hoe met een ziekenhuis samen te werken, en geeft waarschuwingen over risico’s van financiële samenwerking. Een vruchtbare middag.
’s-Avonds is er een feestje vanwege  het 40 jarig bestaan van de Nederlandse school in Nairobi, waar mijn gastheer en  -vrouw naar toe gaan en ik ook ben uitgenodigd. Gesproken met mensen van de Nederlandse ambassade,  en Andre Dellevoet, die vroeger bij Buitenlandse zaken werkte, en nu zelfstandig als Afrika kenner adviezen geeft oa aan Clingendael, het onderwerp is natuurlijk hoe om te gaan met ontwikkelingssamenwerking , het boek van Arend Jan Boekesteyn komt ook aan bod. Er zijn pioniers: bloementelers, stekjeskwekers, maar ook veel NGO mensen. Huisarts Margriet Martens gesproken, veel ideeën en enthousiasme.  Een apart wereldje van expats.
Zondagochtend met Sjoerd, Qui en Skye ontbeten, daarna naar Lamu gevlogen, alles op tijd. Mijn buurman in het vliegtuigje is Dr Nurein van het ziekenhuis op Lamu, die ik vorig jaar uitvoerig had gesproken; in Kenia zijn ziekenhuis ook toenemend gebudgetteerd, patiënten   moeten meer eigen bijdragen opbrengen, en bijna niemand is verzekerd. Hij wil een automatiseringssysteem invoeren, dat al goed werkt in andere kleinere ziekenhuizen, vooral om de kleine corruptie tegen te gaan, naast betere medische administratie. Een modulair systeem dat je langzaam kunt invoeren, zal een cultuurshock zijn. Maar waar die computers vandaan te halen ? Oude bedrijfscomputers zouden prima zijn , een netwerkkaart erin en dan geleidelijk in voeren. In andere ziekenhuizen steeg de patiëntenbijdrage  met 100-200%, dat verdween eerst in veel kleine zakken of werd door vriendjes niet betaald. Wie kan helpen ?
Na de oversteek naar het vasteland staat Peter al weer klaar, we rijden in een ruim uur naar “huis”. Het heeft al  3 maanden niet geregend, alles is dor en droog, veel  vee-drenkplaatsen staan droog, de koeien en geiten zijn broodmager. In doctors’plaza wordt ik verwelkomd door Sammy de houseboy, en Chris Maas, de huisarts van het project, haar man Rob die directeur van diverse grote GGZ-instellingen is geweest, en Folkert Berghuis tandarts.  Het is warm, maar er is best wat wind, wat het heel dragelijk maakt. Een frisse douche, en een biertje voor het eten, en veel gesproken over de teamleden, de locaties, en dingen die beter zouden kunnen, ieder heeft wel positieve kritiekpunten.
De plannen voor een kinderafdeling van het ziekenhuis waren nog niet erg gevorderd, eerst waren de tekeningen in  Mombasa, toen weer niet, maar nu is er toch een behoorlijke tekening klaar, waar we morgen over gaan praten met ziekenhuisbazen. Ze willen wel, maar het komt zo traag op gang. De deadline van Wilde Ganzen om alles voor 10 februari aan te leveren zodat het meekan in de beoordeling van 15 februari zullen we niet meer halen, helaas.